Betrouwbaarheid

Is de Bijbel een betrouwbare kopie van de originele schriften?

Door de eeuwen heen heeft God zijn woord bewaard. Letterlijk duizenden kopieën van (delen van) de Bijbel en manuscripten zijn bewaard gebleven.
Wie de geschiedenis van het ontstaan van de Bijbel bestudeert, ontdekt dat de Bijbel betrouwbaar is overgeleverd. Oude manuscripten bevestigen de echtheid van de Bijbel. Ook al zijn er veel manuscripten met kleine tekstkritische variaties, nergens gaat het om inhoudelijke tegenstrijdigheden die de integriteit van het overgeleverde aantasten. Verschillen zijn grotendeels terug te voeren op bepaalde vertaalstijl, maar niet op de Hebreeuwse en Griekse grondtekst.

Sommige sceptici beweren dat de Bijbel in de loop der jaren ‘gecorrumpeerd’ is geraakt; er zijn zaken toegevoegd, er zijn zaken verwijderd, er zouden ‘redactionele bewerkingen’ zijn gedaan. Maar de vondsten van zeer oude manuscripten, archeologische vondsten, en dergelijke hebben er juist voor gezorgd dat de laatste eeuwen de Bijbel, die door deze vondsten een hoge betrouwbaarheidsgraad bleek te hebben en er alleen maar door werd bevestigd, nóg verder te perfectioneren!

In werkelijkheid is de Bijbel vertaald naar een groot aantal verschillende talen, eerst naar de toen gangbare wereldtaal Grieks, Latijn en vervolgens naar het Engels en vele andere talen. Echter, de oorspronkelijke autografen (de originelen, geschreven in het Hebreeuws, Aramees en Grieks) zijn door de eeuwen heen, één op één letter voor letter overgezet naar meer kopieën en voor een ieder eenvoudig na te trekken en (zelfs online) in te zien.

Wie beweert dat joden en christenen zelf hun geschriften vervalst hebben, zegt daarmee dat God zelf niet bij machte zou zijn zijn Woord te bewaren. Jezus zei: ‘Gemakkelijker zouden hemel en aarde vergaan, dan dat er van de wet (= de schrift) één tittel (= klein letterteken) zou vallen’ (Lucas 16:17).

Moslims beweren dat de Bijbel vervalst/gecorrumpeerd is. Maar als je moslims vraagt om dan te zeggen wie, wanneer, welke veranderingen in de Bijbel hebben aangebracht, kunnen zij dat nooit beantwoorden.

De opvallende eenheid van de bijbel is een krachtig teken van Gods leiding bij de samenstelling ervan.

Tenach / Oude Testament

Hoe kunnen we weten dat de Bijbel intact is gebleven na meer dan 2000 jaar te zijn overschreven?
Voordat de zogeheten Dode Zee-rollen werden gevonden, was het oudste ons overgeleverde manuscript van het Oude Testament de Masoretische tekst van omstreeks 800 na Chr.
De Masoretische tekst is ons overgeleverd door de Masoreten (het Hebreeuwse woord Masora betekent overlevering) en deze stroming onder het Joodse volk heeft zich zeer ingespannen om de tekst zuiver en letterlijk te bewaren.

Dode Zee-rol Bijbelboek Jesaja 120 vóór Chr.

De bekende Dode Zee-rollen dateren uit de periode van omstreeks 250 vóór Chr. tot circa 50 na Chr. Met de deportatie van het Joodse volk uit Israël zijn deze rollen rond 70 na Chr. ondergebracht in de grotten rond Qumran bij de Dode Zee. De Masoretische tekst blijkt bij vergelijking overeen te komen met deze Dode Zee-rollen.

Fragment Septuagint 250 – 100 vóór Chr.

Daarnaast is er nog de Septuagint, de Griekse vertaling van de Tenach, welke tussen circa 250 vóór Chr. en 100 vóór Chr. geschreven werd. Wanneer we de Masoretische tekst met de Dode Zee-rollen en de Septuagint vergelijken, en ons daarbij bedenken dat tussen deze manuscripten een tijdsspanne rust van 800-1100 jaar, is het verbazingwekkend te constateren dat 95% van deze teksten identiek aan elkaar zijn en dat de resterende 5% van elkaar verschillen met betrekking tot zinsopbouw en woordkeus (denk aan het omzetten van typisch Hebreeuwse gezegden naar het Grieks, zonder dat de tekst aan achterliggende gedachten inboet).

De vertalers probeerden de woorden zoveel mogelijk op dezelfde plaats te krijgen met dezelfde betekenissen van woorden. Maar omdat dit uiteraard niet altijd mogelijk was en dit zou leiden tot niet leesbare zinnen, is in deze gevallen ten behoeve van de leesbaarheid gekozen voor vergelijkende woordkeuzes gekozen.

Nieuwe Testament

Er zijn letterlijk tienduizenden manuscripten van het Nieuwe Testament, die, gedeeltelijk of in hun geheel, gedateerd kunnen worden van de 2e eeuw na Chr. tot op het moment dat de geschreven pers werd uitgevonden. Deze manuscripten zijn onder andere gevonden in Egypte, Israël, Syrië, Turkije, Libanon, Griekenland, Italië en zijn opgesteld op Papyrus en Perkament.

Complete manuscripten

Codex Vaticanus 325 – 350 na Chr.

De eerste complete (perkamenten) kopieën van het gehele Nieuwe Testament zijn de Codex Vaticanus en de Codex Sinaiticus. Beide kunnen gedateerd worden op 325 tot 350 na Christus. (bron: R. Laird Harris, Can I Trust My Bible? Chicago: Moody Press, 1963, Page. 129-30)

Oudste manuscripten

Nog eerder, dan de Codex Vaticanus en Codex Sinaiticus, zijn fragmenten en kopieën van het Nieuwe Testament bekend, welke dateren vanaf 125 tot 200 na Chr.

Rylands papyrus 125 na Chr.

Zo is er het zogeheten Papyrus 52 Rylands papyrus of Johannes fragment, welke gedateerd is vanaf 125 na Chr. Andere manuscripten zijn de zogeheten Chester Beatty en Bodmer papyrussen, welke gedateerd kunnen worden vanaf 150 tot 200 na Chr. Vele andere manuscripten zijn gedateerd uit 200 tot 250 jaar na Christus. Enkel en alleen met de vijf oudste manuscripten, is het voor ons al mogelijk om de boeken van Lukas, Johannes, Romeinen, 1 en 2 Korintiërs, Galaten, Efeziërs, Filippenzen, Kolossenzen, 1 en 2 Thessalonicenzen, Hebreeën en delen van Mattheüs, Markus, Handelingen en Openbaring te kunnen reconstrueren.

Als aanvulling op de originele Griekse manuscripten zijn er meer dan 1000 kopieën en fragmenten van het Nieuwe Testament in het Syrisch, Koptisch, Armeens, Gotisch en Ethiopisch, alsmede 8000 kopieën van de Latijnse Vulgaat (Editio Vulgata). Sommigen hiervan zijn directe kopieën van het origineel, uit de hand van Hiëronymus tussen 384 en 405 na Christus.

Een vergelijking met andere werken

Het totale aantal overgeleverde Bijbelse manuscripten zijn overweldigend vergeleken met andere historische geschriften, zoals bijvoorbeeld de ‘Commentarii de bello Gallico’ van Julius Caesar, waarvan 10 manuscripten zijn overgebleven (de oudste 950 jaar nadat het origineel geschreven was!) en de dialogen van Plato, waar nog geen 7 manuscripten van zijn overgeleverd.

Duizenden vroegchristelijke werken en geschriften uit de eerste en tweede eeuw na Christus citeren verzen uit het Nieuwe Testament. In feite is het zelfs zo dat wij in staat zijn het gehele Nieuwe Testament samen te stellen uit enkel deze vroegchristelijke werken en geschriften. Bijvoorbeeld het Epistel van Clement gericht aan de Corinthiërs (gedateerd op 95 na Chr.) citeert verzen van de Evangeliën, Handelingen, Romeinen, 1 Korintiërs, Efeze, Titus, Hebreeën en 1 Petrus.

De brieven van Ignatius (gedateerd op 115 na Chr.) zijn aan verschillende gemeenten in Klein-Azië gericht en in deze brieven worden Mattheüs, Johannes, Romeinen, 1 & 2 Korintiërs, Galaten, Efeze, Filippenzen, 1 & 2 Timotheüs en Titus geciteerd. Deze brieven geven een duidelijke indicatie dat het gehele Nieuwe Testament voltooid en geschreven is in de eerste eeuw na Christus.
Als aanvulling hierop is er aanvullend bewijs in de vorm van dat er in het Nieuwe Testament geen melding gemaakt wordt van de daadwerkelijke vernietiging van Jeruzalem in 70 na Chr. Immers, terwijl Mattheüs, Markus en Lukas spreken over Jezus’ profetie dat Jeruzalem nog in hun generatie vernietigd zou worden (zie Matteüs 24:1-2, Markus 13:1-2 en Lukas 21:5-9,20-24,32) spreekt geen enkel Bijbelboek uit het Nieuwe Testament over de daadwerkelijke vernietiging van de stad. Het zou meer dan waarschijnlijk zijn dat brieven geschreven na de vernietiging juist zouden refereren na deze vernietiging, omdat dit zou aantonen dat Jezus’ profetie over het lot van de stad juist was geweest.

In zijn boek, De Bijbel en Archeologie, schrijft Sir Frederic G. Kenyon over het Nieuwe Testament:
‘De interval tussen de data van originele compositie en de eerste overgeleverde manuscripten is zo klein, in feite zelfs zo te verwaarlozen, dat enige twijfel of de Bijbel zoals die ons is overgeleverd beschouwt mag worden als origineel, weggehaald kan worden. Zowel de authenticiteit als de algehele integriteit kan als volledig worden beschouwd’. (bron: Sir Fredric Kenyon, De Bijbel en Archeologie, 1940, Harper & Brothers)

Met al deze duizenden manuscripten zou je denken dat er veel verschillen tussen zitten, maar het tegendeel is waar. De manuscripten van het Nieuwe Testament komen met elkaar overeen tot wel 99.5%. (Merrill F. Unger, Unger’s Bible Handbook, Chicago: Moody Press, 1967, Page 892)
Het merendeel van de 0,5% komt voort uit verschillen met betrekking tot spelling en zinsneden. Ook hier zijn met name de verschillende woordkeuzes m.b.t. de uitleg van typisch Hebreeuwse gezegden de oorzaak van deze verschillen.
Maar kort gesteld is in al deze manuscripten geen enkele afdwaling van elkaar te constateren en wordt niet van elkaar afgeweken met betrekking tot de leer van het Nieuwe Testament. Beweringen dat de Bijbel in de loop der tijd vervalst of aangepast zou zijn, kan hiermee aantoonbaar naar het land der fabelen worden verwezen.

Conclusie

Leringen, zoals de Jehova-getuigen, en valse religies zoals de islam, die ons stuk voor stuk proberen wijs te maken dat de Bijbel in de loop der tijd verdraait en aangepast is, kunnen aantoonbaar en met fysieke historische c.q. wetenschappelijke bewijzen op het tegendeel gewezen worden.

Door sceptisch tegenover het Nieuwe Testament te staan en te beweren dat het onbetrouwbaar is, sta je dientengevolge ook meer dan sceptisch tegenover elk oud geschrift / manuscript van voor of ver na het schrijven van het Nieuwe Testament. Er is immers geen enkel manuscript uit de oudheid welke aantoonbaar zo goed en volledig gedocumenteerd is als de Bijbel.

De Heilige Geest heeft er zeker voor gezorgd dat iedereen zich een zo accuraat mogelijke vertaling van het woord van God kan en kon toe-eigenen. God heeft nooit gewild dat Zijn woord beperkt zou blijven tot een enkele taal, enkel geschikt voor de intelligentsia. Nee, juist voor iedereen inzichtelijk.

Brooke Foss Westcott en Fenton John Anthony Hort, verantwoordelijk voor een complete hernieuwde tekstkritische uitgave van het Nieuwe Testament, schreven dat de kleine veranderingen en wijzigingen in manuscripten geen enkele wijziging in de doctrine inhielden. Met andere woorden: zij tasten de leer van Bijbel geenszins aan. De boodschap is en blijft hetzelfde, zonder of met de variaties in de tekst: we hebben te maken met het onbetwiste woord van God. (bron: B.F. Westcott, and F.J.A. Hort, eds., Nieuwe Testament in Origineel Grieks, 1881, Deel II, 2.)

Bronnen en informatie

algemeen

Betrouwbaarheid Nieuwe Testament

Bijbel in koran

VERDER LEZEN

Reacties zijn gesloten.