Hemel en hel

Zoals de hemelse heerlijkheid niet onder woorden te brengen is (“Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, dat is wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben. 1 Korinthe 2:9) zo is ook de hel nauwelijks te beschrijven. De hel is de plaats van de eeuwige straf, die het deel zal zijn van de duivel en zijn engelen en van de onrechtvaardige mensen (Mattheüs 25:41), die naar hun werken veroordeeld zijn (Openbaring. 20:11).

De hemel  is het totaal tegenovergestelde van de hel: een leven in en met de aanwezigheid van Gods liefde tegenover een leven buiten en zonder de aanwezigheid van Gods liefde.
En waar niets meer gevoeld, ervaren, gezien en beleefd kan worden van Gods liefde, blijft over duisternis, pijn, haat tot God en onderling, het verderf, het geweten dat als een vuur brandt, de brandende toorn van God, de vloek van het voor eeuwig buitengesloten te zijn van de gemeenschap met God en Zijn volk. Zo is de hel de plaats van de definitieve voltrekking van Gods oordeel over hen die niet gewild hebben dat Hij Koning over hen zou zijn.

Volgens C.S. Lewis zijn er maar twee soorten mensen: zij die tot God zeggen: “Uw wil geschiedde” en zij tot wie God zegt “uw wil geschiedde”. Allen die in de hel zijn, hebben dat zelf gekozen. Zonder die eigen keuze zou er geen kunnen zijn.

Hemel

Alle gelovigen in Jezus die sterven voor zijn tweede komst, zullen eerst bij Hem in de hemel zijn, en later bij Hem op de nieuwe aarde wonen wanneer hemel en aarde verenigd zullen zijn.
Met Christus zijn
Toen Jezus aan het kruis hing, zei Hij tegen de misdadiger die in Hem geloofde: “Heden zult u met Mij in het paradijs zijn” (Lukas 23:43). Paulus gaf ook aan dat hij er op vertrouwde dat hij na zijn dood bij Christus zou zijn. “Ik heb de begeerte om heen te gaan en bij Christus te zijn, want dat is verreweg het beste” (Filippenzen 1:23). Het is dan ook duidelijk dat gelovigen, nadat ze zijn gestorven, bij Christus zullen zijn. De hemel is daar waar Jezus is (zie bijv. Handelingen 3:21), waar God is (zie bijv. Mattheüs 23:9), en de engelen (bijv. Mattheüs 22: 30). Ons lichaam is nu te vergelijken met een ’tent’ (2 Korinthe 5:1) en als we naar huis gaan zullen we bij God zijn (2 Korinthe 5:8).
Tussenstadium
Toch is de hemel eigenlijk te beschouwen als een tussenstadium. Ons menselijk lichaam heeft allerlei beperkingen zoals ziekte en is onderhevig aan afbraak met de dood als gevolg. Maar we zullen op de nieuwe aarde een nieuw verheerlijkt lichaam ontvangen. In 1 Korinthe 15 vergelijkt Paulus ons lichaam met zaad, en het nieuwe lichaam dat we na de opstanding zullen ontvangen met een plant. In 1 Korinthe 15:42-44 staat: “Het wordt gezaaid in vergankelijkheid, het wordt opgewekt in onvergankelijkheid. Het wordt gezaaid in oneer, het wordt opgewekt in heerlijkheid. Het wordt gezaaid in zwakheid, het wordt opgewekt in kracht. Een natuurlijk lichaam wordt gezaaid, een geestelijk lichaam opgewekt.”
Opstaan uit de dood
Uit wat Jezus ons leerde en wat we kunnen lezen over Zijn opstanding uit de dood, krijgen we een beeld van wat er met ons zal gebeuren als wij zullen opstaan uit de dood. We zullen kunnen eten (Lukas 24:43), wijn drinken met Jezus (Mattheüs 26:29), en niet trouwen ( Mattheüs 22:30). Sommige beperkingen zullen verdwijnen. Dit toonde Jezus door een gesloten vertrek binnen te gaan (Lukas 24:36) om plotseling weer te verdwijnen (Lukas 24:31).
De Bijbel vertelt veel meer over de opstanding uit de doden waarop we in de toekomst hopen (bijv. Romeinen 6:5, Filippenzen 3:11) dan over ons leven in de hemel. De opstanding uit de dood is een deel van de boodschap van het Evangelie (bijv.Handelingen 4:2), niet ons gaan naar de hemel.
Voor eeuwig bij God
Na het Laatste Oordeel zal er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zijn. Daar zullen we leven met een nieuw lichaam. Het hemelse Jeruzalem zal nederdalen van de hemel op de aarde. Hemel en aarde worden één. De hemel is naar de aarde gekomen.
Als we het woord ‘hemel’ noemen denken we gewoonlijk niet aan grond, bomen en rivieren. Daarom is het beter de term ‘nieuwe aarde’ te gebruiken voor de plaats waar we voor eeuwig bij God zullen zijn.

Hel

De hel is echt. Jezus, Gods Zoon, kwam vanuit de hemel om ons de weg naar de hemel te wijzen. Hij beloofde dat Hij eeuwig leven zou geven wie in Hem gelooft. Zij die geloven zullen opstaan uit de dood (Johannes 6:34-40). Tegelijkertijd is er niemand in de Bijbel die zo vaak tegen de hel waarschuwt als Jezus zelf.
Ongelovigen gaan naar de hel
Jezus leerde in Zijn verhaal over de rijke man en de arme Lazarus dat ongelovigen naar de hel gaan, onmiddellijk na hun sterven. Daar worden ze gepijnigd, en de rijke man klaagt dat hij in lijden verkeert in de vlammen (Lukas 16:23-24). De gelovige Lazarus daarentegen is in de hemel bij Abraham (Lukas 16:22). De apostel Paulus schrijft dat gelovigen na hun sterven bij Christus zijn (Filippenzen 1:23). Dit zijn de plaatsen die wij vaak hel en hemel noemen, en waar we meteen na onze dood heengaan. Dat denkbeeld is niet 100% verkeerd. Maar we moeten ons wel realiseren dat het tijdelijke verblijfplaatsen zijn, waar we wachten op de dag van de wederkomst. Het moment dat Jezus de levenden en de doden zal oordelen. Dan pas zal de volle glorie van de hemel en de volle ellende van de hel duidelijk worden.
Het oordeel over ongelovigen
Het oordeel over ongelovigen op de laatste dag is op verschillende manieren in de Bijbel beschreven:

  • “En velen van hen die slapen in het stof van de aarde, zullen ontwaken, sommigen tot eeuwig leven, anderen tot smaad, tot eeuwig afgrijzen.”(Daniël 12:2)
  • Johannes de Doper zegt over Jezus:  “Hij zal Zijn dorsvloer grondig reinigen en Zijn tarwe in de schuur verzamelen en Hij zal het kaf met onuitblusbaar vuur verbranden.”(Mattheüs 3:12)
  • Jezus zegt over het oordeel bij de wederkomst: “Dan zal Hij zeggen tot degenen aan Zijn linkerhand: Ga weg van mij, vervloekten, in het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen is bereid.”(Mattheüs 25:41)
  • “…bij de openbaring van de Heere Jezus vanuit de hemel met de engelen van Zijn kracht, wanneer Hij met vlammend vuur wraak oefent over hen die God niet kennen, en over hen die het Evangelie van onze Heere Jezus Christus niet gehoorzaam zijn. Zij zullen als straf het eeuwig verderf ondergaan, weg van het aangezicht van de Heere en van de heerlijkheid van Zijn macht.”(2 Thessalonicenzen 1:7-9)
  • “En wiens naam niet gevonden was in het boek van het Leven, werd gegooid in de poel van vuur.”(Openbaring 20:15)

Al deze verzen maken duidelijk dat er twee elementen zitten aan de straf over ongelovigen. Het is een straf zonder einde (de woorden ‘voor altijd’ en ‘eeuwig’ worden gebruikt). Het is ook een zware straf, het vaakst vergeleken met vuur. Dit betekent niet letterlijk een vuur, want er worden ook andere woorden gebruikt: schande, vernietiging, buitenste duisternis. Deze termen verwijzen allemaal naar dezelfde vreselijke realiteit.
Verschillende straffen
De straf is echter niet voor iedereen dezelfde. De Bijbel vertelt dat sommigen zwaarder, anderen lichter straf ontvangen:

  • “Maar Ik zeg jullie dat het voor Sodom en Gomorra draaglijker zal zijn op de dag van het oordeel, dan voor jullie.”(Mattheüs 11:24)
  • “En die slaaf die de wil van zijn heer gekend heeft en geen voorbereidingen heeft getroffen en ook niet naar zijn wil gehandeld heeft, zal met veel slagen geslagen worden. Wie echter zijn wil niet gekend heeft en dingen gedaan heeft die slagen verdienen, zal met weinig slagen geslagen worden. En van ieder aan wie veel gegeven is, zal veel gevraagd worden en van hem aan wie men veel toevertrouwd heeft, zal men des te meer eisen.”(Lukas 12:47-48)

De hoogte van de eeuwige staf hangt dus af van je daden in het leven. En van de mogelijkheid die iemand al dan niet in het leven gehad heeft om het Evangelie van Jezus te horen en te geloven. Gods oordeel is altijd rechtvaardig.

God stuurt niemand naar de hel, ze gaan vrijwillig en doen de deur van binnen op slot. Ze tonen geen berouw en geven God geen eer. De rijke man (zie gelijkenis ‘De rijke man en Lazarus’ in Lucas 16:19-31) klaagde vanwege zijn situatie, niet vanwege zijn onrechtvaardigheid. Hij vroeg niet naar de hemel te mogen, maar vroeg Lazarus naar de hel te sturen om zijn dorst te lessen. Er zullen geen Godzoekers in de hel zijn.

De gelovigen
Bij de gelovigen hoeft er echter geen angst te zijn voor de hel. Zij zullen voor eeuwig gelukkig zijn in de aanwezigheid van de Heere, op de nieuwe aarde. Laat de realiteit van de hel voor ons een reden zijn om de zonde te verlaten. Vertrouw op Jezus en ontga zo de helse straf.

Bronnen en informatie

Reacties zijn gesloten.