Jesaja 45:7
Ik formeer het licht, en schep de duisternis; Ik maak den vrede en schep het kwaad, Ik, de HEERE, doe al deze dingen.(SV)
I form the light, and create darkness: I make peace, and create evil: I the LORD do all these things.(KJV)
Ik formeer het licht en schep de duisternis, Ik maak de vrede en schep het onheil; Ik, de HEERE, doe al deze dingen.(HSV)
In Jesaja 45:7 is sprake van parallellisme: licht tegenover duisternis, vrede tegenover onheil. Hier kan het gewoonweg niet ‘het kwaad’ betekenen, omdat dan het Hebreeuwse woord ‘tov’ als antithese er tegenover had moeten staan. Maar dat staat er niet, er staat ‘shalom.’
Hoe komt Jesaja 45:7 overeen met de opvatting dat God geen kwaad heeft geschapen? Er zijn twee belangrijke feiten die moeten worden overwogen.
- Het woord dat vertaald is met “kwaad” is van een Hebreeuws woord dat “tegenslag, ellende, rampspoed/tegenspoed, leed, onheil” betekent. Merk op hoe de andere grote Engelse Bijbelvertalingen het woord “ramp” (NIV, HCSB) weergeven, “calamiteit”(NKJV, NAS, ESV) en “wee”(NRSV). Het Hebreeuwse woord kan verwijzen naar moreel kwaad, en heeft vaak deze betekenis in de Hebreeuwse Geschriften. Vanwege de diversiteit van mogelijke definities, is het onverstandig om aan te nemen dat “ik het kwaad creëer” in Jesaja 45: 7 verwijst naar God die moreel kwaad tot bestaan brengt.
- De context van Jesaja 45:7 maakt duidelijk dat iets anders dan “het in het leven roepen van moreel kwaad” in gedachten is. De context van Jesaja 45:7 is dat God Israël beloont voor gehoorzaamheid en Israël straft voor ongehoorzaamheid. God schenkt de zaligheid en zegeningen uit aan degenen aan wie Hij de voorkeur geeft. God brengt oordeel over degenen die tegen Hem blijven rebelleren. “Wee hem die ruzie maakt met zijn Meester” (Jesaja 45:9). Dat is de persoon aan wie God “kwaad” en “ramp” brengt. Dus in plaats van te zeggen dat God “moreel kwaad” heeft geschapen, presenteert Jesaja 45:7 een gemeenschappelijk thema in de Schrift – dat God rampspoed brengt over degenen die doorgaan in hardvochtige rebellie tegen hem.
Noch de oorspronkelijke auteur noch de vertalers van King James bedoelden te zeggen dat God moreel kwaad begaat. De sleutel tot het begrijpen van de intentie in de KJV is om te beseffen hoeveel woorden in de loop van de tijd van betekenis veranderen. Als je het Oxford Etymological Dictionary controleert, zul je zien dat het Engelse woord “evil” toen de KJV werd geproduceerd (1611) werd gebruikt om iets onaangenaams aan te duiden, niet alleen moreel kwaad. We gebruiken het woord niet langer op deze manier in het moderne Engels, dus moderne versies vertalen Jesaja 45:7 anders.
Bronnen en informatie
- https://www.amen.nl/artikel/1586/moeilijke-kwesties-deel-3-de-oorsprong-van-het-kwaad
- https://levendwater.org/brochures/lw21/Is%20God%20de%20Schepper%20van%20het%20kwaad.htm
- https://www.ucg.org/bible-study-tools/bible-questions-and-answers/does-isaiah-45-7-imply-that-god-creates-evil
- http://www.apologeticspress.org/APContent.aspx?category=82&article=1157
- https://carm.org/does-god-create-evil
- https://carm.org/does-god-ever-do-bad-things
- https://www.gotquestions.org/Isaiah-45-7.html
- http://www.apologeticsindex.org/2928-isaiah-457-does-god-create-evil