Niemand heeft God gezien?

God wel gezien:

  • Jakob noemde die plaats Peniël, ‘want,’ zei hij, ‘ik heb oog in oog gestaan met God en ben toch in leven gebleven. (Genesis 32:30)
  • Toen Abram negenennegentig jaar was, verscheen de HEER aan hem en zei: ‘Ik ben God, de Ontzagwekkende. Leef in verbondenheid met mij, leid een onberispelijk leven. (Genesis 17:1)
  • De HEER verscheen opnieuw aan Abraham, bij de eiken van Mamre. Op het heetst van de dag zat Abraham in de ingang van zijn tent. (Genesis 18:1)
  • Ik ben aan Abraham, Isaak en Jakob verschenen als God, de Ontzagwekkende, maar mijn naam HEER heb ik niet aan hen bekendgemaakt. (Exodus 6:2-3)
  • Hierna ging Mozes de berg op, samen met Aäron, Nadab, Abihu en zeventig oudsten van het volk, en zij zagen de God van Israël. Onder zijn voeten was er iets als een plaveisel van saffier, helder stralend als de hemel zelf. Deze vooraanstaande Israëlieten werden niet door God gedood: zij zagen hem, en zij aten en dronken. (Exodus 24:9-11)

God niet gezien:

  • Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen. (Johannes 1:18)
  • De Vader die mij gezonden heeft, heeft dus zelf een getuigenis over mij afgelegd. Maar u hebt zijn stem nooit gehoord en zijn gestalte nooit gezien. (Johannes 5:37)
  • Niet dat iemand ooit de Vader gezien heeft – alleen hij die van God komt, heeft hem gezien. (Johannes 6:46)
  • Niemand heeft God ooit gezien. Maar als we elkaar liefhebben, blijft God in ons en is zijn liefde in ons ten volle werkelijkheid geworden. (1 Johannes 4:12)
Uitleg

Het is duidelijk dat God werd gezien. Maar, gezien de ‘niet gezien’-teksten, is het begrijpelijk dat sommigen beweren dat er sprake is van een tegenstrijdigheid.

Een verklaring is dat de mensen visioenen of dromen zagen, of de Engel van de Heer (Numeri 22:22-26; Richteren 13:1-21) en niet echt God Zelf. Maar het probleem is dat de bovengenoemde teksten geen visioen, droom of Engel van de Heer vermelden. Zij zeggen dat mensen God zagen (Exodus 24: 9-11), dat God werd gezien en dat Hij verscheen als God (Exodus 6: 2-3).

Voor de oplossing moeten we kijken naar wat de Bijbel zelf zegt. Als de mensen van het Oude Testament God zagen en Jezus zei dat niemand de Vader ooit heeft gezien (Johannes 6:46), dan zagen zij God, maar niet de God de Vader. Het was iemand anders in de Godheid, namelijk God de Zoon oftewel Jezus.

Als God een Drie-eenheid is, dan is Johannes 1:18 ook geen probleem, want in Johannes 1 schrijft Johannes over het Woord (Jezus) en God (de Vader). In vers 14 staat dat het Woord vlees geworden is. In vers 18 staat er dat niemand God heeft gezien. Omdat Jezus het Woord is, verwijst God dan naar de Vader. Dit is typerend voor hoe Johannes over God schrijft: als verwijzing naar de Vader. Wij zien dit in de eigen woorden van Jezus bevestigd in Johannes 6:46, waarin Hij zei dat niemand de Vader ooit heeft gezien. Daarom werd de God gezien, maar niet de Vader. Het was Jezus voor Zijn incarnatie. Er is meer dan één persoon in de Godheid, en de leer van de Drie-eenheid moet dus waar zijn.

Conclusie

Het gaat hier dus om dat niemand God (de Vader) heeft gezien maar wel God (de Zoon). Een ieder in de Bijbel die God zag, zag de 2e persoon van de drie-eenheid, Jezus.

Bronnen en informatie
Verder lezen

Reacties zijn gesloten.